Beginners denken anders van experts. Het is daarom belangrijk om hierin de differentiëren. studenten moeten vaak ‘problemen’ oplossen (sommen, taalfouten, grote vraagstukken, etc.). Uit onderzoek daarover is naar voren gekomen dat ‘experts’ in een vakgebied (sterkere, gevorderde studenten) andere voorkennis hebben dan beginners. Zij zijn zowel kwantitatief sterker (zij weten meer) als kwalitatief sterker (de kennis is anders geordend). Zo bouwen ze rijke kennisschema’s op over problemen vanuit verschillende typen contexten en mogelijke oplossingen. Beginners beschikken ook over schema’s, maar die zijn minder uitgebreid en diepgaand en daardoor minder effectief. Het gebruik van deze denkschema’s kan soms zelfs averechts werken doordat beginners kijken naar de oppervlakkige kenmerken van een probleem. Beginners zijn dan ook geen kleine experts die simpelweg meer moeten weten. Er is namelijk gebleken dat wat nuttig en effectief is voor zwakkere studenten, averechts werkt voor gevorderde studenten, én omgekeerd. Dit staat in de literatuur bekend als het expertise reversal effect (expertise-omkeringseffect). studenten hebben dan ook een aanpak nodig waarbij de nieuwe kennis aansluit bij hun voorkennis (zie doe aan scaffolding). Het is daarom belangrijk om al in een vroeg stadium te differentiëren, bijvoorbeeld bij het lezen van een opdracht, omdat experts deze soms anders zullen aanpakken dan een beginner. Daarbij is bijvoorbeeld modelling erg nuttig aangezien het je als docent dan ook meer inzicht kan geven in waar studenten staan en eventueel de mist in gaan. Ook is het belangrijk om er bij de directe instructie rekening mee te houden. De instructie en begeleiding die essentieel zijn voor zwakkere studenten kunnen gevorderde studenten namelijk juist in de weg zitten.
Kirschner, P. A., Claessens, L. & Raaijmakers, S. (2018). Op de schouders van reuzen: Inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie voor leerkrachten. Meppel: Ten Brink Uitgevers.