Modelling (dingen voordoen) is een effectieve manier om studenten iets te leren door voordoen en nadoen. Modelling is het voordoen en toelichten van een activiteit (zoals leerstrategieën). Deze manier van leren is extra effectief bij kinderen, pubers en jonge adolescenten doordat spiegelneuronen tijdens het groeien van de hersenen extra gevoelig zijn voor nieuwe informatie (Pol, 2011). Om een beroep te doen op deze spiegelneuronen kun je als docent fungeren als rolmodel: doe hardop dingen voor en geef inzicht in de voor- en nadelen van bepaalde keuzes (Schuit, de Vrieze, & Sleegers, 2011). Op deze manier worden de neuronen actief. Dit betekent dat door iets voor te doen, de student door het observeren hiervan een conceptueel model kan vormen. Deze aanpak werkt motiverend en versterkt het vertrouwen van studenten in een docent (Zimmerman, 2000).
Peeters, W. (2020, 7 januari). De Cognitive apprenticeship theory: hoe een gezel leert van zijn meester. Geraadpleegd van: https://www.vernieuwenderwijs.nl/de-cognitive-apprenticeship-theory-hoe-een-gezel-leert-van-zijn-meester/
Pol, R. v. (2011). Wat je over pubergedrag moet weten. Geraadpleegd op 10 januari 2016 van dokterdokter: http://www.dokterdokter.nl/gezondleven/puber/wat-je-over-pubergedrag-moetweten/
Sleegers, P. J. C., Schuit, H., & de Vrieze, I. (2011). studenten motiveren: een onderzoek naar de rol van leraren. Heerlen: Ruud de Moor Centrum – Open Universiteit.
Zimmerman, B.J. (2000). Attaining self-regulation: a social cognitive perspective. In M. Boekaerts, P.R. Pintrich & M. Zeidner (Eds.), Handbook of Self-Regulation, pp. 13-39. San Diego, CA: Academic Press