Mensen leren uit zichzelf gezichten herkennen, praten en lopen (primaire kennis), maar hebben hulp nodig bij bijvoorbeeld lezen en schrijven (secundaire kennis). Volgens de cognitieve ontwikkelingspsycholoog David Geary leren we veel dingen ‘vanzelf’, zonder dat we er (merkbaar) veel moeite voor hoeven te doen. Zo leren we gezichten herkennen door te kijken en te vergelijken, leren we praten door te luisteren en leren we lopen door te vallen en op te staan. Het zijn allemaal vormen van leren die, evolutionair gezien, noodzakelijk zijn om te overleven. We noemen ze daarom ook wel biologisch of evolutionair primair leren. Biologische primaire kennis kunnen we direct, zonder bewuste verwerking in het werkgeheugen, opslaan in het langetermijngeheugen. Daarnaast is voor mensen ook biologische, secundaire kennis van belang, zoals lezen en schrijven. Deze kennis is noodzakelijk om goed te kunnen functioneren in onze huidige maatschappij. Het is daarom belangrijk om secundair leren te ondersteunen: • Voor het leren van secundaire kennis op school zullen kinderen hun natuurlijke neigingen moeten onderdrukken. Dat kost moeite. Ook zullen zij op een andere manier moeten leren leren dan bij primair leren. • Directe instructie is een effectieve manier manier om secundaire kennis aan te leren aan beginners. Door schools secundair leren te verbinden aan dingen waar studenten van nature al mee bezig zijn, zoals de directe leefomgeving of sociale processen (primair leren), worden zij meer gemotiveerd.
Kirschner, P. A., Claessens, L. & Raaijmakers, S. (2018). Op de schouders van reuzen: Inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie voor leerkrachten. Meppel: Ten Brink Uitgevers.