Beloon studenten op de juiste manier en op het juiste moment. Zorg dat het positief werkt. Het belonen van gedrag (in de wetenschap ‘bekrachtigen’ genoemd) kan een positief effect hebben op het leerproces, mits je het op de juiste manier toepast. Belangrijk hierbij is dat niet iedereen hetzelfde reageert op beloningen: de een heeft meer behoeften aan beloningen dan de ander. Wel kun je rekening houden met: • Doe aan partiële bekrachtiging Bekrachtig gewenst gedrag niet altijd, maar bijvoorbeeld 80% van de tijd. Op die manier zijn studenten zich meer bewust van de relatie tussen het gedrag en de beloning dan bij continue bekrachtiging (altijd belonen) omdat het als ‘normaal’ wordt ervaren. Ook is er bij partiële bekrachtiging minder snel spraken van extinctie (verdwijnen van het effect). • Bekrachtig snel De bekrachtiging moet direct (snel) na het gewenste gedrag gegeven worden, zodat het verband tussen het gedrag en de beloning duidelijk is. • Bekrachtig op maat Spits de bekrachtiging toe op de persoon en de situatie. Als een beloning bijvoorbeeld te groot is, kan de teleurstelling bij het niet halen ervan ook erg groot en daarmee demotiverend zijn. Te veel tussentijdse beloningen kunnen ook averechts uitpakken: deze kunnen afleiden van het langetermijndoel. • Houd rekening met de basisbehoeften Heeft een student te weinig autonomie, dan heeft beloning weinig effect omdat de student er voor zijn of haar gevoel zelf te weinig invloed op heeft. De student kan dan moeilijk de koppeling maken tussen zijn of haar gedrag en de beloning. Houd dus rekening met autonomie, relatie en competentie. • Bouw bekrachtiging op Begint een student het jaar bijvoorbeeld met hoge cijfers, dan zal het teleurstellend zijn als hij of zij daarna lagere cijfers haalt (omdat het moeilijker is geworden). Het kan daarom didactisch slim zijn om aan het begin van het schooljaar lagere cijfers te geven, om te voorkomen dat studenten het gevoel hebben minder goed te worden • Bekrachtig geen intrinsieke motivatie Als studenten ergens intrinsiek voor gemotiveerd zijn (het uit zichzelf graag leren), dan kan bekrachtiging een averechts effect hebben: studenten gaan het gedrag als extrinsiek gestuurd ervaren en hebben zo het gevoel minder autonomie te hebben, wat een negatief effect kan hebben op de motivatie.
Bekkering, H. & Helden, J van der. (2015). De lerende mens. Meppel, Nederland: Boom Uitgevers.