De zone van de naaste ontwikkeling is het verschil tussen wat je zonder en wat je met hulp kunt doen. Door nét boven je kunnen iets te doen, kom je tot leren. De theorie over de zone van naaste ontwikkeling is afkomstig van Lev Vygotski (1896-1934). Alles wat je zelfstandig kunt, is de actuele ontwikkeling. Alles waar je hulp bij nodig hebt, is de naaste ontwikkeling. Het gebied ertussen is de zone van naaste ontwikkeling: activiteiten die je nog niet zelfstandig kunt, maar wel wanneer je sociale ondersteuning krijgt bij de uitvoering ervan. Je wordt op je zone van de naaste ontwikkeling aangesproken door (ondersteund) aanbod dat net boven je niveau ligt: niet te makkelijk, wel uitdagend, maar niet te moeilijk. Daarbij wordt de steun op een niveau steeds meer afgebouwd, totdat iemand het zelf kan. Dat is het moment dat de student het nieuwe niveau heeft bereikt. Dit wordt ook wel scaffolding genoemd.
Smit, J. & van Eerde, D. (2013). What counts as evidence for the long-term realisation of whole-class scaffolding? Learning, Culture and Social Interaction, 2(1), 22-31. doi: 10.1016/j.lcsi.2012.12.006