Bij een S-O-S geeft de docent een stelling (statement β S) waarover de studenten een mening (opinion β O) geven die ze staven met argumenten (support β S). Het kan gaan over de eigen mening van de studenten, maar ook over de meningen van auteurs van teksten die ze hebben gelezen.
β’ Formuleer klassikaal een stelling waarover de studenten een onderbouwde mening moeten geven. β’ De studenten geven (individueel of in groepjes) aan of ze het al dan niet eens zijn met de stelling. β’ Daarna formuleren ze de argumenten waarmee ze hun mening willen onderbouwen. β’ Bespreek enkele argumenten en onderbouwingen.
β’ Gebruik de modelling techniek om deze werkvorm uit te leggen aan de studenten. Hierbij voer je de opdracht zelf uit terwijl je het denkproces dat je doorloopt luidop verwoordt: βDe vraag is β¦. . Om die vraag te beantwoorden moeten we eerst β¦ .β β’ Deze werkvorm kan gebruikt worden bij het begin van een onderwerp om voorkennis te activeren β’ Deze werkvorm kan ook gebruikt worden om de studenten te helpen bij het lezen en schrijven van argumenterende teksten
Enkele goede stellingen