Losse informatie wordt in ons brein samenhangend opgeslagen als brokken (chunks). Dit noem je chunking. Het kan een handige manier zijn om informatie weer op te halen.

Informatie die nieuw ons brein binnenkomt, wordt ‘opgehangen’ aan bestaande (voor)kennis oftewel schema’s. Op deze manier worden bestaande schema’s uitgebreid of ontstaan er nieuwe schema’s. Binnen deze schema’s kan informatie soms sterk samenhangen (bijvoorbeeld omdat het vaak samen wordt herhaald), dit vormt dan een brok oftewel ‘chunk’. Een chunk is als een container waarin meer informatie zit verpakt.

Een simpel voorbeeld hiervan is het strikken van je veters: eerste is iedere stap losse informatie, later is het de chunk ‘veters strikken’, wat onderdeel kan zijn van het schema ‘aankleden’. Vertaald naar leren kun je informatie chunken, zoals door het te schematiseren (zie afbeelding).

Ons werkgeheugen kan gemiddeld 5-6 en maximaal 8-9 losse prikkels, brokken oftewel chunks tegelijkertijd verwerken (mede afhankelijk van de complexiteit). Door informatie bewust te ‘chunken’ ben je dus in staat om meer informatie (dan kennis) op te halen uit je langetermijngeheugen.

Voorbeeld:

205491352091 (12 brokken)

vs

1945 1953 2020 (3 brokken)

Een deel van een chunk is ook de context (van het verhaal, of de fysieke ruimte, etc. Zie kennis en vaardigheden zijn contextgebonden). Daarom is het belangrijk om bij het aanleren en herhalen context af te wisselen, zodat kennis en vaardigheden niet ‘vastklonten’ aan de context. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld interleaved practice.

Bronnen

Gobet, F., & Lane, P. C. R. (2012). Chunking mechanisms and learning. In N. M. Seel (Ed.), Encyclopedia of the sciences of learning. New York, NY: Springer.

Horvath, J.C. (2019) Stop talking, start influencing: 12 insights from brain science to make your message stick. Chatswood, NSW: Exisle Publishing

Klik om te vergroten.