Mensen met minder kennis/vaardigheden hebben vaak meer zelfvertrouwen.
Wanneer wordt gekeken naar zelfvertrouwen is dit vaak groter bij beginners dan bij mensen die meer competent zijn. Dit komt voort uit het feit dat hun minder aanwezige kennis en vaardigheden hebben en het metacognitieve vermogen missen om in te zien dat hun keuzes en conclusies soms verkeerd zijn. Andersom geldt ook: mensen die ontzettend competent zijn twijfelen hier vaak meer over, omdat ze juist weten hoe ingewikkeld of groot iets is.
Ben je wel eens verrast als docent door leerlingen die zichzelf een enorm hoog cijfer zouden geven? Of die leerling die iets heel goed kan maar dat juist enorm bagatelliseert? Leerlingen die heel gemotiveerd ergens aan beginnen en daarna totaal niet meer de motivatie hebben om verder te gaan, want ‘het lukt toch nooit’? Dit zijn allemaal voorbeelden die terug te voeren zijn op het Dunning-Kruger effect. Het effect houdt in dat wat je moet weten en kunnen om een taak goed te doen precies is wat nodig is om te beoordelen of je de taak goed gedaan hebt.