Bij “Welk Woord Weg” krijgen studenten 3 of 4 woorden (personen, plaatsen, concepten, etc.) te zien waarbij zij moeten onderbouwen welk begrip niet in het rijtje thuishoort. Daarbij is het vaak zo dat er verschillende woorden zijn die je weg kan laten, afhankelijk van de argumenten. Een simpele en leuke manier om actief met de leerstof bezig te zijn.
• Geef studenten individueel, in groepjes of klassikaal een rij van 3-4 woorden. • Laat studenten voor zichzelf of in de groep noteren welk begrip ze zouden weglaten en waarom. • Laat de studenten dit met elkaar of klassikaal bespreken. Welke argumenten zijn er?
• Doe dit voorafgaande aan de opdracht voor met een simpel voorbeeld (zoals hierboven), zodat de studenten goed begrijpen hoe het werkt en welke denkopties er zijn
• Enkele rijen van 3-4 woorden die met elkaar te maken hebben, maar waarbij er minimaal 1 begrip is wat minder goed in de rij thuishoort. • Voorbeeld: auto - fiets - bus - vrachtwagen. Je kunt de fiets weglaten, omdat deze twee wielen heeft, de vrachtwagen omdat deze niet gemaakt is om personen te vervoeren. Bij voorkeur moeten de argumenten niet zo makkelijk te vinden zijn.